Een patroonsfeest met een internationale reikwijdte waarbij de stad Catania op het hoogtepunt van haar folkloristische expressie staat.
De heilige Agatha wordt niet alleen herdacht en gevierd op de dag van haar dood, 5 februari (het feest begint op 3 tot 6 februari); maar ook op de achtste, 12 februari, wanneer de relikwieën aan de gelovigen worden getoond en na een korte processie weer worden bewaard tot 17 augustus, met het feest van de heilige Agatha in midzomer, datum die de terugkeer naar Catania markeert van de relikwieën van de heilige nadat ze waren gestolen en naar Constantinopel waren gebracht.
Het verhaal gaat dat Agatha in 230 v. Chr. werd geboren in een familie van christelijke edelen uit Catania, in de periode dat Catania onder Romeinse overheersing stond die het christendom vervolgde, reden waarom Agatha's familie hun geloof in stilte beleefde.
Desondanks besloot Agatha zich aan God toe te wijden en wel zodra Quirino proconsul van de stad werd met de bedoeling het edict van de keizer uit te voeren.
Na het meisje te hebben ontmoet, werd Quirino zelf verliefd op haar en beval haar haar geloof te verloochenen en de heidense goden te aanbidden, hoewel men zegt dat haar bedoelingen meer waren de bezittingen van Agatha's rijke familie in beslag te nemen.
Toen Agatha weigerde, droeg Quirinus haar over aan de courtisane Aphrodisia, om haar om te kopen met materiële goederen. Maar tegen de pogingen van de perverse courtisane in, verzette Agatha zich steeds tegen haar onwankelbare geloof.
Quirinus spande een proces aan tegen Agatha en de dialoog tussen het jonge meisje en de proconsul toont Agatha's bekwaamheid om zich te verzetten tegen degenen die haar veroordeelden. Van het proces naar de gevangenis was de stap kort.
Na enkele dagen vasten begonnen de folteringen, van de geseling tot het scheuren van de borsten, waarvan verteld wordt dat ze 's nachts dankzij de tussenkomst van de heilige Petrus weer wonderbaarlijk aangroeiden. Het geloof van het meisje veroordeelde haar tot de laatste marteling, een bed van gloeiende sintels, waarbij, naar men zegt, haar lichaam door het vuur werd verminkt, maar de rode sluier, symbool van haar toewijding aan God, niet verbrandde.
Na deze kwelling stierf Agatha in de gevangenis op 5 februari 251.
Haar lichaam werd gebalsemd en in een rode sluier gewikkeld die, naar men zegt, de lava tegenhield die de stad verschillende malen bedreigde, zoals precies een jaar na haar dood gebeurde. Na deze wonderbaarlijke wonderen werd Agatha tot heilige uitgeroepen.
De legenden over de heilige Agatha en haar kathedraal zijn talrijk, maar één ervan is bijzonder bekend: die over Frederik II.
Toen Catania zich in 1232 aansloot bij een opstand tegen Frederik II van Zwaben, die verschillende Siciliaanse steden onder zijn bevel had verzameld, gaf hij het bevel de Etnische stad aan te vallen, deze te vernietigen en alle inwoners te doden. Hij stopte toen, luisterend naar een mis in de kathedraal, plotseling de zin "Noli offendere Patriam Agathae quia ultrix iniuriarum est" of "beledig Agathae's vaderland niet, want het is de wreker van alle onrechtvaardigheid" in zijn brevier verscheen en besloot zich terug te trekken.